Samenvatting van Zweeds onderzoek, zoals gepubliceerd in tijdschrift Grönt Miljö
Naturkindergärten zijn heel gezond
Kleuters die dicht bij de echte natuur spelen, kunnen zich duidelijk beter concentreren dan kinderen die bij een aangelegd speelterrein spelen. Dit is aangetoond door een Zweeds onderzoek naar speelterreinen van kleuterscholen.
Uit onderzoek blijkt dat kinderen uit Waldkindergärten minder vaak ziek zijn en zich beter kunnen concentreren, en dat hun motoriek beter is ontwikkeld dan kinderen uit traditionele Kindergärten.
Onderzoekers en pedagogen van de Zweedse Landbouwuniversiteit hebben een jaar onderzoek gedaan naar het dagelijkse leven van kinderen van twee verschillende kleuterscholen (kleuters tussen 3-6 jaar) in de provincie Skaene ( Zweden). De buitenterreinen van de beide scholen waren zeer verschillend aangelegd; de samenstelling van de kinderen was vergelijkbaar.
Onderzoekuitslagen
Het buitenterrein van de ene kleuterschool bestaat uit een natuurlijke omgeving met een stukje bos. Bij de andere kleuterschool gaat het om een buitenterrein dat meer is ingericht: een kleine speelplaats, groenstroken en asfaltstukken.
In het tijdschrift Grönt Miljö werd het resultaat van het onderzoek statistisch onderbouwd: Van 27 onderzoeks-aspecten waren 23 vaardigheden van kinderen uit een Naturkindergärten beter ontwikkeld dan die van een gewone keuterschool. Vaardigheden zoals kunnen luisteren en begrijpen, opdrachten uitvoeren/opvolgen en minder snel gefrustreerd raken. Ook de motorische vaardigheden waren duidelijk beter ontwikkeld. Het ziektepercentage in de gewone kleuterschool lag rond 8 procent terwijl in de natuurkleuterschool het verzuim onder de 3 procent lag.
Vrij spel in een natuurlijke omgeving (naturnaher Umgebung) maakt kinderen slimmer
In de kleine kleuterschool in Malmö/Lekatten (Zweden) spelen de kinderen op het ingerichte terrein: driewieler rijden op beton, fietsen om bloemenbedjes heen of spelen in de zandbak en klimmen op keramiekschalen (die er liggen als tuindecoratie).
In Statarlaengan daarentegen (noordelijk van Malmö) is het buitenterrein anders aangelegd. Het ligt in een oude fruittuin en een deel van het terrein ligt in een bosgebied. In deze natuurlijke omgeving spelen de kinderen complexe spelletjes en bijzondere rollenspellen, waarbij ze zelf hun eigen individuele acties bepalen.
Bij beide Zweedse kleuterscholen onderzochten onderzoekers van de landbouwuniversiteit de effecten van de vormgeving van de natuurspelterreinen op de kinderen. De resultaten van het onderzoek tonen eenduidige bevindingen: De kinderen uit Statarlaengan kunnen zich beter concentreren, zijn motorisch vaardiger en zijn minder vaak ziek dan de kinderen uit Malmö. De manier waarop het terrein is vormgegeven, heeft zowel intellectuele als lichamelijke invloeden.
De onderzoekers vatten het zo samen: Kinderen hebben ruimte (Freiraum) nodig en moeten stoom af kunnen blazen. Ze hebben speelruimte (Spielraum) nodig om te klimmen, te experimenteren en ongestoord te spelen, en waar ze zich kunnen verstoppen.
Ze moeten de mogelijkheid hebben om gemeenschappelijk te spelen, maar hebben ook ruimte nodig om zich terug te trekken en alleen te spelen. Kinderen moeten de mogelijkheid hebben om hun fantasie te ontplooien; ze moeten zich lichamelijk kunnen ontwikkelen en zelfstandigheid en individualisme kunnen ontplooien.
Boskinderen kunnen zich zeer goed concentreren
De onderzoekers en pedagogen hebben in de twee kleuterscholen een jaar lang de concentratievaardigheden geobserveerd. De observaties zijn uitgevoerd aan de hand van een bekende Amerikaanse testmethode (ADDES-test). Hoe hoger de score, hoe slechter de concentratie. Het onderzoek liet zien dat kinderen van Naturkindergärten van de 27 concentratieaspecten op 23 aspecten beter scoorden dan kinderen uit gewone Kindergärten.
Onderzoeks-aspect | Gewone KiGa | Natuur KiGa |
Snel afgeleid | 17,3 | 9,3 |
Kan moeilijk luisteren | 12,4 | 2,8 |
Opdrachten moeten herhaald worden | 60,7 | 7,3 |
Problemen met concentratie | 9,3 | 2,1 |
Chaos met eigen spullen | 4,4 | 5,2 |
Volgt niet/gaat tegen regels in | 13,1 | 5,7 |
Wisselt vaak met spel | 4,0 | 6,1 |
Vergeet de volgorde van de routine | 0,3 | 1,0 |
Doet niet wat er gezegd wordt | 13,8 | 8,6 |
Pakt spullen van anderen af | 8,2 | 4,6 |
Onderbreekt anderen | 19,6 | 9,2 |
Is snel gefrustreerd | 36,0 | 5,8 |
Doet dingen in verkeerde volgorde | 3,7 | 1,5 |
Accepteert geen consequenties | 13,4 | 3,3 |
Heeft snel ongelukken | 2,3 | 0,6 |