Een dag op de BSO
Voorafgaand aan de struindag pak ik altijd crackers en appels uit de garage. Ik kijk op de lijst of er nog bijzonderheden zijn, is een van mijn kinderen jarig? Nee, vandaag niet. Ik controleer of mijn koets het goed doet, dit doe ik iedere dag voordat ik op pad ga. Doen de remmen het? Zijn de banden hard genoeg? Als alles goed is, gaan we met alle struinleidingen naar school om de kinderen op te halen.
Bij de school aangekomen ga ik de kleuters uit de klassen halen. Een collega staat in de hal om de kinderen te herinneren om water mee te nemen. Mijn andere collega staat al buiten om de oudere kinderen op te vangen en af te strepen. Ook wijst hij ze toe in welke fiets ze mogen gaan zitten, maar dit weten ze meestal al- de grote kinderen gaan bijna altijd in de groepsfiets. Omdat het vandaag niet gaat regenen en een redelijk warme dag is, hoeven we op school niet onze regenkleding aan te trekken en kunnen we meteen op pad.
Terwijl ik naar de speellocatie fiets, Heumensoord vandaag, wordt in de koets achter mij flink gekletst. We fietsen in een lange rij achter elkaar aan en parkeren bij de Heuvel. De kinderen mogen uitstappen en nemen hun tassen mee. Dit kunnen ze helemaal zelf, zelfs de kleintjes. Soms gooien ze hun tas eerst uit de koets omdat het dan makkelijker is.
Aan het begin van de dag roept de Assistent Leidinggevende (AL) alle kinderen bij elkaar om ze te wijzen wie hun struinleiding is. Omdat ik iedere week hetzelfde groepje heb, weten mijn kinderen het natuurlijk al lang. Ze staan al bij mij en we kunnen direct op pad. Ik vraag aan mijn kinderen waar ze heen willen. “De hutten bij de rododendron!” “De Omgevallen Boom!”. We besluiten om ons fruit bij de omgevallen boom te eten en later bij de rododendron te gaan spelen. We zitten even rustig terwijl we eten en drinken, maar daarna gaan we zo snel mogelijk spelen. Vandaag wil ik nog even berkensap tappen met de kinderen, omdat dit maar een paar weken per jaar kan, maar eerst gaan we vrij spelen. De kinderen klimmen in de bomen en spelen verstoppertje in de hut.
Na een tijdje roep ik de kinderen bij elkaar en we gaan op zoek naar een berkenboom met een laag takje zo dik als een potlood, dat we af kunnen snijden. Ik leg uit dat een berk een witte bast heeft. De kinderen gaan op zoek, en na een tijdje vinden we een berk met een paar lage takjes. Een jongetje mag een takje afzagen, en na een paar seconden welt er uit de afgesneden tak wat sap op, wat we opvangen met een beker. Er komt nog best veel uit. Een voor een proeven we het. “Het smaakt een beetje naar kokoswater”, vindt de een. “Ik vind het wel lekker” zegt de ander.
We maken van de terugweg een spel. Ik doe alsof ik niet weet waar onze hut was, en de kinderen, de speurhonden, moeten de weg terugvinden. Een ander kind wil ook het ‘baasje’ zijn en de ‘hondjes’ schieten weg, hun neus achterna. Het is nog best moeilijk, maar na een tijdje hebben we ons bosje toch weer teruggevonden. Daar gaan de kinderen al gauw op in een ander spel waarbij ze aapjes zijn.
Het is tijd om de dag af te sluiten. Terug in de hut doen de kinderen hun tassen alvast op hun rug. Van mij krijgen ze een doekje om hun handen schoon te maken. Wie wil vandaag de crackers uitdelen? Twee krijgen ze er per persoon, en we eten het snel op want we moeten alweer terug naar de fietsen.
Dezelfde kinderen als op de heenweg stappen bij mij in de koets. “Mag ik deze stok meenemen?” vraagt een meisje. Ze heeft een lange stok vast. Gelukkig mogen alle stokken mee, om thuis verder mee te spelen. Ze zijn een stuk rustiger dan op de heenweg, maar aan de wilde haren te zien hebben ze lekker gespeeld. Als alle kinderen in de struinfietsen zitten, telt een struinleiding de kinderen. Zijn ze er allemaal? We controleren dit altijd twee keer. Als het allemaal klopt kunnen we op weg terug naar school, waar de kinderen opgehaald worden. Omdat ik met mijn fiets vooraan de rij sta ben ik eerst op school, wat mijn kinderen heel leuk vinden, want dan kunnen ze nog even op het schoolplein verstoppertje spelen voordat ze opgehaald worden om naar huis te gaan.
Als ze opgehaald worden moeten ze zich altijd even afmelden bij de struinleiding. Ik houd toezicht op de kinderen die spelen bij het klimrek. Tegen zessen zijn alle kinderen opgehaald en kunnen wij ook naar huis. We parkeren de struinfietsen weer in de garage, leggen de accu’s aan de lader, en dan is mijn struindag ook weer voorbij.
Meer weten? Je mag altijd een middag met ons meelopen.
Neem contact op met de afdeling.