Wie zijn we | Soorteigen habitat2022-07-20T11:46:23+02:00

Soorteigen habitat

Een opinieartikel door Matthijs de Gruijter

Zo veel mogelijk soorteigen voor iedereen

Elk individu wordt geboren met genen die perfect op zijn habitat zijn geselecteerd. Hoe meer een individu de kans krijgt zijn natuurlijke gedrag in zijn natuurlijke habitat te ontplooien. Hoe groter de kans dat zijn genetische kunnen zich maximaal kan ontwikkelen.

Opvoeding en genen vormen samen onze persoonlijkheid. In onze cultuur is veel aandacht voor de ideale opvoeding, maar nauwelijks aandacht voor de ideale omgeving om genen goed zijn werk te laten doen.

Struin neemt kinderen mee naar plekken die zo veel mogelijk overeenkomen met de natuurlijke voorkeurs biotopen van onze soort. Samen vormen deze biotopen het habitat van onze soort, waar wij door miljoenen jaren selectie van onze voorouders op zijn aangepast. Het habitat dat elk nieuw mens de beste kansen geeft om zich persoonlijk maximaal te ontwikkelen.

Er zijn vele internationale studies die onderbouwen dat groen in het algemeen een positief effect op individuen heeft. Prof. dr. A.E. Agnes van den Berg stelt dat men samenvattend kan concluderen dat natuur ons: gelukkiger, gezonder en maatschappelijk succesvoller maakt. Louise Berkhout stelt als psycholoog van de universiteit Leiden dat vrij buiten spelen uiterst stimulerend is. Daarbij stelt zij dat een kaal tegel plein het minst stimulerend is. Aan de andere kant van het spectrum van stimulerende landschappen stelt zij als een na beste de natuurspeeltuin en als  ultieme omgeving de echte natuur.

Deze sociologische onderzoeken doen dit gebruikelijk met de onderbouwing dat natuur onze oorspronkelijke omgeving is waar wij als soort het beste in functioneren.

Biologen stellen echter recentelijk ook dat individuen van soorten die het voorrecht hebben in hun optimale leefomgeving (of terwijl hun natuurlijke habitat) te leven eigenlijk altijd beter ontwikkelen dan soortgenoten die zich moeten aanpassen aan een niet optimale leefomgeving.

Hier hebben we de internationaal unieke visie van struin bereikt. Matthijs de Gruijter heeft, als groen-pedagoog met veel interesse in het natuurlijk functioneren van planten, dieren en mensen, een koppeling gemaakt tussen meerdere wetenschappelijke disciplines.

Wij stellen dat dan logischerwijs natuur waar wij als soort op geëvolueerd zijn, logischerwijs uitzonderlijk stimulerend voor onze kinderen moet zijn. Zodoende stoelen we onze pedagogische visie deels op nieuwere evolutie biologische inzichten in de voorkeur landschappen van onze soort. Het favoriete voorkeur landschap wordt gekenmerkt door voedselrijke begraasde mozaïek-vegetatie rondom riviermondingen in meren en zee. Denk daarbij aan half open bos, grasvelden en moerasvegetatie. daarnaast waren er opvallend veel stijlranden rondom dit biotoop

In deze omgevingen is op kleine oppervlakten heel veel verscheidenheid aanwezig. Het menselijk natuurlijk gedrag komt daar optimaal tot zijn recht, omdat we daar een paar miljoen jaar op geëvolueerd zijn. Middels de activiteit van verzamelen vindt de mens in dit mozaïek op bijna elke vierkante meter wel iets van zijn gading. Insecten, amfibieën, vissen, mosselen, bosvruchten, wortels, zaden. Brandhout, stokken, grassen, klei, leem. Besef dat het belangrijkste werktuig in de handen van de verzamelaars de graafstok was, een stok met een in het vuur geharde punt. In jagers en verzamelaars culturen gaan jonge kinderen pas aan het begin van de pubertijd met de volwassenen mee op pad. Daarvoor zijn ze in de eigen kindergroep in de ruime omgeving van de hutten aan het struinen, waarbij ze het jagen en verzamelen speels oefenen.

De natuurlijk begraasde mozaïek landschappen langs onze wateren hebben qua structuur uitzonderlijk veel gemeen met onze afrikse heimat. Ze worden dan ook al tienduizenden jaren door onze voorouders bewoond. Daarom verkiezen we deze biotopen.

Maar soms moeten we ook compromissen maken, zo spelen we zo nodig ook prima in drogere begraasde gebieden met een mozaïek vegetatie. Deze lijken qua structuur veel op een landschapstype dat onze voorouders ook al geruime tijd als goede tweede keus gebruiken toen zij ook de struik rijke savannes gingen bewonen. En wij weten zelf ook wel dat we daarbij een reliëfrijk landschap extra waarderen.

Een Struin afdeling die de vorige twee keuzes niet binnen bereik heeft, maar wel andere voor natuurbescherming dienende natuurgebieden, zoals een groot gesloten bos, maakt natuurlijk al een groter compromis, maar blijft natuurlijk nog steeds beter dan de gebruikelijke speelplekken in de wijk.

Het uiterste compromis dat wij, indien het niet anders kan, structureel met een afdeling maken, is het gebruik van recreatiegebieden en parken, mits we elementen als paden, speeltoestellen, intensief verkeersgeluid en dergelijke kunnen ontwijken. Wel zullen we voor zo’n afdeling blijven proberen om een eigen stuk begraasde natuur met water te ontwikkelen van minimaal 170 vierkante meter per kind.

Om in ons nogal gecultiveerde landje toch zo veel mogelijk rijke gevarieerde soorteigen habitat ervaringen te kunnen opdoen, bezoeken wij veel verschillende gebieden, zo heeft het ene gebied een natuurlijk begraasde structuur, maar zijn er in een ander gebied meer oevers.

Onze voorouders zijn sinds 6 miljoen jaar oever bewoners, sinds 1 miljoen jaar ook savannebewoners. Sinds een 300.000 jaar lijken onze voorouders zo sterk op ons dat we ze tot exact de zelfde soort rekenen. Sinds 10.000 jaar geleden zijn de eerste mensen begonnen langzamerhand een steeds groter deel van hun leefomgeving in cultuur te brengen.

Tot in de middeleeuwen was die cultuurgrond goed te beschrijven als een cultuur-savanne, met nog erg veel kenmerken van ons natuurlijke habitat.

Door overbevolking, kunstmest, prikkeldraad, drainage, machinale grondbewerking, schaalvergroting, verstedelijking, infrastructuur enz. Hebben wij zeker sinds halverwege de vorige eeuw onze leefomgeving dusdanig veranderd dat de mens zelfs niet of nauwelijks nog toegang heeft tot zijn natuurlijke habitat of zelfs een verarmde cultuur variant daarvan.

Ter compensatie van dit gebrek aan natuurlijk landschap brengen wij de kinderen zo veel mogelijk in een landschap dat past bij het habitat van onze soort. Hierbij kijken we dus niet naar ons eigen gevoel voor een fijn landschap, want dat komt deels voort uit onze eigen jeugd en zegt dus minder over ons natuurlijke habitat waar ons lichaam en geest maximaal op zijn ingesteld. Zodat juist de basale menselijke eigenschappen als sociale vaardigheden en creatief denken maximaal tot ontwikkeling kunnen komen.

Onze normen en waarden ten opzichte van natuurbescherming en een duurzame maatschappij gaan uit van 2 gelijkwaardige hoofd gedachten. Waarbij wij ons focussen op gedachte 1 omdat kinderen op school gedachte 2 al wat meer mee krijgen.

  1. Wij willen kinderen helpen te kiezen voor behoud en herstel van natuurlijke ecosystemen, ter behoud van de biodiversiteit van onze planeet. Kinderen een intrensieke waarde meegeven aan de het vrij en wild mogen leven flora en fauna.
  2. Kinderen leren rekening te houden met andere organismen in onze maatschappij. Waardoor zij eerder kiezen voor een duurzame menselijke maatschappij die samenwerkt met planten en dieren ten behoeve van het leven van de mensen.

Matthijs de gruijter stelt dat elk landschap dat is bedacht en gemaakt door anderen de vrijheid beperkt. Want speelveldjes, toestellen en zelfs paden sturen jouw gedrag, daarmee ben je minder vrij dan in ons natuurlijk habitat. Het habitat waar ons lichaam volledig op is gevormd en wat zodoende een belangrijke stimulatie voor ons lichaam en geest is.

Matthijs de gruijter stelt dat de meeste natuureducatieve lessen in natuurtuinen en parken gebeuren en daardoor in feite ook bewerkte ervaringen zijn, aangezien planten en dieren hier sterk bewerkt zijn. Kinderen raken daar bijvoorbeeld verbonden met de geur van een meidoorn bloem. Ze raken er ook verbonden met het park of de tuin. Maar ze raken niet verbonden met de natuur als geheel waarin ze ervaren hoe de meidoorn leeft in relatie met andere planten en dieren, Ze raken dus onvoldoende verbonden met de natuur met ecologische processen en de meer kritische soorten die enkel in natuurgebieden van goede kwaliteit leven. Tevens moet gezegd worden dat wij niet principieel tegen lesmethoden en activiteitenprogramma’s zijn, maar dat wij wel zeer kritisch kijken naar wat er in omloop is. Wij willen namelijk de kinderen zo min mogelijk sturen. Niet de handen vullen met papier, niet meegebrachte materialen het gebruik en de aandacht van en naar de natuur laten verminderen, Zodoende gebruiken wij eigenlijk enkel soms gereedschap, en eventueel materiaal dat met name de leiding helpt wegwijs te worden in de natuur. Hiertoe heeft ons team een grote lokale interessante planten en dieren map.

Daarnaast weten we dat mensen pas echt waarde hechten aan iets als zij weten dat ze er zelf iets aan hebben daarom vinden wij het van groot belang dat ouders en kinderen vernemen dat spel in de natuur een beter mens van elk kind maakt.

Rewilding human & nature

Nu wordt het tijd op meer specifiek te weten hoe ons habitat er precies uitziet.

Ons ideale habitat in afrika zijn de voedselrijke rivierdelta langs zee en meren met een rijk mozaïek landschap. Als tweede keuze de minder voedselrijke gelijke landschappen buiten de delta’s en als uiterste overige landschappen de mozaïek landschappen zonder water als ook oerwouden waarbinnen we dan ook weer liefst water opzoeken en open plekken maken.

In europa hebben onze voorouders in een vergelijkbaar landschap optimaal gefunctioneerd. Dat landschap werd mede gevormd door de kracht van water en grote grazers. Natuur beschermend nederland heeft binnen europa een pioniersrol op zich genomen door deze krachten weer enigszins te reanimeren. Dat is goed voor de vele kleine en grote diersoorten en plantensoorten die daarmee hun habitat weer terug krijgen. En voor de natuur als geheel die natuurlijk functionerend vele malen sterker is, dan in elke gecultiveerde vorm.

En natuurlijk is het ook voor ons omdat dit ook ons habitat is.

De amerikaanse voorvechters waar onze duitse schrijvers naar verwijzen hebben het over Human Rewilding. Zij hebben het dan over dat het goed is om als jager verzamelaar te leven. Een interessante naam want de meer vernieuwende ecologen spreken al langer over de noodzaak van rewilding van grote zoogdieren om zodoende weer een wildere natuur te krijgen die zich laat beschrijven als de noordelijke equivalent van de afrikaanse savanne. Want meer plek voor een wildere natuur is de enige manier om plant- en diersoorten op de lange termijn te beschermen.

In ons land vind de natuur rewilding beweging echter veel weerstand. Omdat archeologen hier stellen dat de natuur de afgelopen 10.000 jaar een groot klimax beukenbos was. Waarbij ze echter voorbij gaan aan het feit dat onze voorouders hier toen al alle grote zoogdieren hadden gedecimeerd. En het klimax beukenbos niet bestand is tegen de aanwezigheid van grote planteneters.

Tevens ondervindt de rewilding weerstand van de meer behoudende natuurbescherming die bij ons gewoon geen ervaring heeft met wilde ecologische processen. Waarbij deze beweging zelf sterk verweven is met de adellijke landgoederen, historisch landschapsbehoud, houtproductie en recreatie.

Daarbij komend hebben vele nederlanders enkel een band met de cultuur natuur die ze uit hun eigen jeugd kennen of zelfs helemaal geen band meer met de natuur. Maar ook het lijden van dieren die sterven aan natuurlijke selectie maakt het grote publiek sceptisch. Let wel, natuurgebieden zijn tegenwoordig eilanden en vroeger leefden er op eilanden ook grote zoogdieren in vergelijkbare omstandigheden.

Kortom een schone taak voor ons om kinderen hun eigen ontwikkelkansen mee te geven die de wildere natuur ze biedt en tegelijk draagvlak te creëren bij de volgende generatie voor wildere natuurbescherming. Dit omdat de wildere natuur van door natuurlijke processen gestuurde planten en dieren een intrinsieke waarde heeft die net als in de V.S. wettelijk vastgelegd zou moeten worden.

Hiermee komen onze 2 pijlers, ontwikkeling van kinderen en verbondenheid bij de natuur, bij elkaar. Struin staat voor: rewilding human & nature.

We geven kinderen hun regelmatige portie soort eigen habitat mee. Zodoende gaan we steeds naar zo natuurlijk mogelijk landschap. Als we in een minuut of 20 fietsen wildere natuur kunnen bereiken gaan we, mits het echt niet anders kan, niet naar minder wildere gebieden. Wel is het zo dat we ook willen variëren, zodoende gaan we ook naar andere plekken waarbij we weer de voorkeur voor wildere gebieden hanteren en we in principe niet langer onderweg gaan om bij een minder menselijk oer-habitat uit te komen. Daarbij maken we indien nodig soms een uitzondering indien cultuur natuur iets kan bieden dat we in de wildere natuur te plaatse niet kunnen vinden. Denk aan tamme kastanjes in een dicht productiebos, appels in een boomgaard, eetbare kruiden, een vuurplaats, een plek om hutten te bouwen, een zwemplek of een speelplek nabij een schuilplaats voor naderend onweer.

We richten ons niet op landbouw voedselproductie educatie omdat dit al best wat aandacht krijgt in het basisonderwijs. Wel is er een tuin voor Wouwen die daar uit eigen beweging mee aan de gang kunnen, wat weer past in het ongestuurde spel van de kinderen.

En nu komt het inzicht dat Struin uniek maakt weer eens naar voren. Want onze amerikaanse broeders die met rewilding human bezig zijn, hebben zich niet verdiept in het optimale habitat van onze soort. ze blijven hangen in wilde natuur. Maar niet elke vorm van wilde natuur is ons habitat.

In de gebieden zelf letten we dus ook op dat we specifiek die delen opzoeken met natuurlijke oevers, begraasde mozaïek vegetatie en eventueel reliëf.

Tijdens het gebruik van die wildere natuur gaan we ook in gesprek met de kinderen over de rewilding van mens en dier. Zodat de kinderen ook qua achtergrond betrokken raken en ze zelf een mening kunnen vormen over de rewilding van mens en dier.

Zodoende hier wat achtergrond over rewilding

Mensen
Mensen moeten weer de kans krijgen om rond te scharrelen in hun natuurlijke habitat. Daarbij kijken we hoe jagers en verzamelaars leven als ook hoe de optimale leefomgeving, ofwel het habitat van onze voorouders, er uit zag. Want op jager verzamelaars gedrag in dit landschap zijn wij genetisch geselecteerd, dus jager verzamelaars gedrag in dit landschap kan onze genetische basis maximaal stimuleren. En denk daarbij aan het feit dat je genen niet enkel zorgen dat je een sterk lichaam hebt, ze maken ook dat je hersenen goed werken.

Dieren
In vorige interglaciale tijden (warme tijden tussen de ijstijden) leefden hier grote mega-fauna die leek op de fauna van afrikaanse savanne. Onze soort heeft overal waar zij nieuwe werelddelen zijn gaan bewonen het grootste deel van de megafauna uitgeroeid. Die megafauna is echter nog grotendeels terug te krijgen. Dit kan men als onnatuurlijk zien, omdat het enkel met menselijke hulp kan, maar het is zeker net zo onnatuurlijk om de natuur achter te laten in de toestand zoals wij hem thans hebben gebracht.

Door de gedomesticeerde vorm van in het wild uitgestorven soorten weer te laten verwilderen. Dit gaat volgens het simpele principe dat elk huisdier-ras genetisch gezien een huis is waar uit enkel een aantal stenen ontbreken. Door gebruik te maken van verschillende rassen die ieder andere gaten hebben, kunnen nakomelingen in theorie weer 100 % genetisch echt worden. Voor waar er genen echt verloren gegaan zijn, krijgen de rewilde dieren populaties de kans om over vele generaties zich weer aan te passen aan de nu heersende natuurlijke omstandigheden. Als die omstandigheden enigszins anders zijn, maakt dat ook niet uit. De dieren krijgen de kans door middel van natuurlijke selectie, ofwel evolutie, zich weer aan te passen aan de veranderende wereld. Dit laatste geldt ook voor diersoorten die nu enkel nog in dierentuinen leven. Sommige mensen vinden dit zielig, want dieren die zich moeten aanpassen aan een veranderende omgeving gaan vaker dood. Maar als we dit niet toelaten zal in de verre toekomst geen dier meer een lichaam hebben dat past bij zijn omgeving. Kortom natuurlijke selectie is nu eenmaal de manier waarop de natuur werkt. Het tegenwerken van natuurlijke selectie is uiteindelijk pas echt zielig.

Thans gebeurt het terugfokken met runderen, die Taurossen zullen gaan heten.

En het gebeurt met paarden. Een leuke bijkomstigheid van het proberen terug te krijgen van het europese oer-paard is dat men door genetisch en fossiel onderzoek ontdekt heeft dat de Exmoor pony waarschijnlijk geen gedomesticeerd huis paard is maar gewoon een 100% zuivere nakomeling van de uitgestorven gewaande Bos-Tarpan. Nu nog knokken dat de exmoor-pony ook wettelijk de status krijgt van Bos-Tarpan. En opletten dat er niet alsnog tam bloed in komt.

Maar er zijn ook soorten die hier thuishoren en die verder weg nog in het wild of in dierentuinen leven. Zo is de Wisent en de Waterbuffel recent teruggebracht. De Eland zou ook teruggebracht kunnen worden.

Maar ook de noord-amerikaanse bizon zou teruggebracht kunnen worden, omdat hij slechts een ondersoort is van de uitgestorven europese bizon (de wisent is namelijk enkel een natuurlijke kruising tussen europese bizon en oerrund).

Moeilijker wordt het als je olifanten, neushoorns nijlpaarden enz. terug wil krijgen. Hiervan zijn de europese vormen uitgestorven.

Maar omdat juist deze echt grote dieren een sterk positieve invloed hebben op het ecosysteem, is het de moeite waard om vanuit nog levende populaties verwante soorten te proberen de oorspronkelijke genetische aanpassing terug te krijgen.

Dit kan door de natuur gewoon zijn werk te laten doen. Zo hebben grote beesten uit afrika zich vroeger ook aangepast aan europese omstandigheden. Dit kan echter enkel als de dieren niet lijden onder een te sterk afwijkend habitat. Dit zou kunnen betekenen dat er schuilplekken moeten komen om koude tijden te doorstaan. Maar er zijn ook wetenschappers bezig om middels crisp technologie soorten uit een warm habitat b.v. weer meer vet te geven zodat ze wel tegen het noordelijke klimaat kunnen. Crisp technologie mag niet verward worden met genetische manipulatie omdat er geen soort vreemde eigenschappen worden toegevoegd. Er wordt enkel geholpen met het selectief eigenschappen aan en uit zetten zoals normaal ook onder natuurlijke selectie gebeurt. Enkel kan dit zo gericht duizenden malen sneller tot resultaat leiden.